Bionic
Onderzoek naar gezondheid en stemmingWelkom op de pagina van het BIONIC onderzoek. Het doel van BIONIC is inzicht te krijgen in biologische processen die samenhangen met gezondheid en stemming.
BIONIC (BIObanken Nederland Internet Collectief) is een samenwerking tussen wetenschappelijke studies in Nederland, waar ook het Nederlands Tweelingen Register aan meewerkt.
Wetenschappelijke achtergrond
Een depressieve stoornis (in het Engels Major Depressive Disorder of MDD) is een veelvoorkomende mentale aandoening die een grote impact heeft op het welzijn van mensen; in Nederland zal ongeveer 19% van alle volwassenen op een bepaald moment in hun leven hier last van hebben (13% voor mannen en 24% voor vrouwen). MDD is een genetisch complexe eigenschap met een erfelijkheid van 31 tot 42%. Recent zijn door middel van grote dataverzamelingen de eerste successen behaald in het identificeren van genetische locaties die potentieel met MDD geassocieerd zijn. Dit betekent dat het verzamelen van gegevens in grotere cohorten zal leiden tot het succesvol identificeren van nog meer genetische varianten die betrokken zijn bij MDD, om zo de aandoening en de oorzaken beter te kunnen begrijpen.
Eén mogelijkheid om het aantal mensen dat meedoet aan onderzoek naar MDD te verhogen is door het oproepen en aanschrijven van een groter aantal mensen die nu of ooit in hun leven last hebben gehad van MDD én van controlegroepen (zogeheten controls, mensen zonder MDD). Bij hen wordt dan vervolgens DNA verzameld zodat de relatie tussen MDD en genetische varianten kan worden onderzocht. Deze methode is echter zowel tijdrovend als kostbaar. Een aanvullende en zeer efficiënte methode zou zijn om MDD te meten in bestaande biobankcohorten, zoals BBMRI-NL, zodat genetische data niet opnieuw hoeven te worden verzameld.
Naast het vaststellen van MDD is het ook belangrijk om te verifiëren dat controls niet eerder in hun leven MDD hebben gehad. Vorige studies hebben geregeld controlegroepen gebruikt waarbij een groot aantal mensen wel MDD zouden kunnen hebben ontwikkeld, maar bij wie dit nooit empirisch is vastgesteld. Dit betekent dat de groepen mensen met en zonder MDD door elkaar heen kunnen lopen, wat het statistisch vermogen van het onderzoek vermindert en zo het vinden van genetische verschillen tussen de twee groepen bemoeilijkt. Daarnaast hebben veel voorgaande studies verschillende meetinstrumenten moeten gebruiken voor het meten van MDD om zo veel mogelijk participanten bij elkaar te brengen, wat ook het onderzoek deels tegenwerkt. Het harmoniseren van de classificatie van MDD tussen alle betrokken deelnemers zou daarom resulteren in een accuratere meting van depressie, waardoor specifieke genetische kenmerken van deze stoornis beter kunnen worden onderzocht.
Met als doel het aantal onderzoeksparticipanten met en zonder MDD te vergroten en MDD harmonieus te kunnen classificeren is in het BIONIC project een valide online meetinstrument ontwikkeld waarmee in lopende biobankstudies de depressiestatus effectief en efficiënt kan worden bepaald. Omdat in deze biobankstudies data van het gehele genoom wordt verzameld kan vervolgens onderzocht worden welke delen van ons DNA samenhangen met depressie. Een toename van de kennis over de oorzaak van MDD kan ons in de nabije toekomst helpen risicogroepen te identificeren, preventieprogramma’s op te zetten en depressieve symptomen door middel van gerichtere therapie en medicatie beter te behandelen.
Interview met de hoofdonderzoekers
Onderzoek naar depressieve stoornissen (BBMRI-NL Rainbow project 12: grootschalig meten)
“We willen de fundering leggen voor geharmoniseerde metingen van fenotypen in lopend onderzoek”
In oktober 2012 werden tijdens het World Congress of Psychiatric Genetics in Hamburg de resultaten van een GWA-studie voor schizofrenie gepresenteerd: er waren meer dan honderd genetische regio’s gevonden die samenhingen met schizofrenie. Het onderzoek bevestigde wat veel onderzoekers al vermoedden, maar waar zij nog geen bewijs voor hadden: dat ernstige psychiatrische stoornissen samenhangen met, en veroorzaakt worden door, genetische invloeden. Dit vormde de reden voor de start van BBMRI-NL’s Rainbow project 12. Dit onderzoek gaat in bestaande biobanken een genoomwijde associatie (GWA) studie opzetten naar depressieve stoornis (in het Engels MDD: Major Depressive Disorder).
Hoofdonderzoekers zijn professor Dorret Boomsma (Vrije Universiteit Amsterdam, Biologische Psychologie & mede-oprichter Nederlands Tweelingen Register) en professor Brenda Penninx (VUmc Psychiatrie).
Het is een vindingrijk idee. Professor Boomsma legt uit: “Het probleem met onderzoek doen naar psychiatrische stoornissen is de grootte van de steekproef. Wanneer je een relevante studie wilt opzetten naar een veel voorkomende stoornis als MDD (13% van de mannen en 24% van de vrouwen in Nederland zullen tenminste eens in hun leven last krijgen van een depressie), dan heb je duizenden participanten nodig die zorgvuldig zijn gecontroleerd op depressie en van wie DNA-gegevens beschikbaar zijn. Bovendien worden momenteel de genetische profielen van cohorten van mensen met MDD vaak vergeleken met mensen, zogenoemde ‘controles’, van wie we weinig weten. Door de hoge prevalentie van depressie zouden veel van deze controles echter ook MDD kunnen hebben, wat vergelijking problematisch maakt. Dus wij zeiden: waarom gebruiken we niet de cohorten die er al zijn en die DNA-data al hebben gemeten en vragen we de participanten van die studies om mee te doen met een fenotypische meting om te bepalen of zij ooit aan MDD hebben geleden, of er op dit moment aan lijden?”
Er werd een e-mail verstuurd naar alle biobanken die participeren in BBMRI-NL, met de vraag of zij interesse zouden hebben in het meedoen aan een studie naar MDD. “Meedoen zou betekenen dat biobanken zelf hun participanten moeten benaderen en de informatie zouden moeten verzamelen, op een manier die het mogelijk maakt om de fenotypische meting te kunnen linken aan de juiste DNA-data, zonder de identiteit van deelnemers aan andere partijen te onthullen. Vervolgens zou er een meta-analyse uitgevoerd moeten worden om de samengevoegde data aan ons te kunnen leveren. Kortom, we wisten dat we iets vroegen dat veel inspanning zou vergen.”
“Maar tegelijkertijd wisten we dat veel biobanken geïnteresseerd zouden zijn. Ten eerste, omdat de informatie die uit de meting naar voren komt in hun bezit blijft. Ten tweede kan het instrument dat we gaan creëren om de fenotypische meting te doen voor meer dan alleen psychiatrische metingen worden gebruikt; het kan gebruikt worden voor elk soort fenotypische meting. Participatie in ons onderzoek betekent daarom ook dat biobanken zich voor kunnen bereiden op toekomstige, bijvoorbeeld jaarlijkse, fenotypische metingen. De voordelen van het gebruik van een pasklaar instrument dat tevens door andere biobanken wordt ingezet, spreken voor zich.”
Professor Boomsma voegt toe: “Het ontwikkelen van dit meetinstrument zal het kader van reeds aanwezige data en kennis versterken. Het stelt biobanken en studies in staat om nauwer samen te werken, terwijl alle nieuwe data op een gelijkmatige manier verzameld kunnen worden. Daarnaast hoeven de fenotypische data niet exclusief gelinkt te zijn aan GWAS data; de informatie kan ook verbonden zijn met biologische data zoals metabolomics, wat momenteel wordt verzameld in de Rainbow projecten 3 en 4. Op deze manier wordt het web van informatie steeds dichter geweven.”
Tot nu toe hebben 22 biobanken interesse getoond in deelname aan de MDD-metingen, waaronder LifeLines (n=165,000), het Nederlands Tweelingen Register (n=22,000), de Rotterdam Studie (n=14,926), EPIC-NL (n=40,011), Leiden Longevity (n=3,359) and HEBON (n=27,000). In totaal zijn er 397.905 monsters opgeslagen in de deelnemende biobanken. “Rekening houdend met de mogelijkheid dat er niet in alle gevallen GWAS data zijn verzameld, zijn we desalniettemin zeer hoopvol dat dit grote aantal metingen ons het bereik geeft om de geplande meta-analyses uit te voeren”, zegt Professor Boomsma. “We hebben veel geluk dat we imputatie op de data kunnen uitvoeren dankzij de referentiesets die vergaard zijn tijdens het Genoom van Nederland project, het eerste Rainbow project van BBMRI-NL.
Professor Penninx vervolgt: “In ieder geval bezorgt de fenotypische meting de biobanken–en ons–prachtige, waardevolle data die niet alleen gaan over het voorkomen (en terugkeren) van MDD in hun participanten, maar ook welk type van MDD; er zijn verschillende subtypes en tot nu toe is daar in onderzoek slecht onderscheid tussen gemaakt. Onze meting zal ons deze informatie verschaffen. Bovendien zal de meting ons niet alleen participanten met MDD opleveren, maar ook gecontroleerde controles.
Hoewel er al wel langer dan een half jaar voorbereidend werk gaande is, zal het Rainbow project officieel starten op 1 juli, met een tijdschaal van 36 maanden en een budget van circa €795.000. Uiteraard bestaan er meerdere obstakels die overwonnen moeten worden tijdens het project. Het ontwikkelen van het online meetinstrument is het eerste, legt Professor Penninx uit: “Het instrument zelf zal gebaseerd worden op de korte versie van de Composite International Diagnostic Interview (CIDI). Er hebben al experimenten plaatsgevonden met zo’n soort online instrument in Australië en de Verenigde Staten, dus dat ziet er veelbelovend uit. De uitdaging zit ‘m in de encryptie. Hoe creëer je een sleutel die anonimiteit garandeert aan de participant, maar die tegelijkertijd terug te leiden is naar de individuele DNA en GWAS data? Het is een puzzel, maar wel eentje die we gaan oplossen. “De grootste uitdaging wordt om zoveel mogelijk mensen over te halen om mee te doen”, concludeert professor Boomsma. “Voor participanten zal de mogelijkheid tot een betere behandeling te komen voor een van de meest voorkomende ziektes een factor zijn die meespeelt, maar tevens de mate van anonimiteit waarmee zij kunnen participeren. Voor de biobanken zal de extra werkinvestering zeker de moeite waard zijn: de biobanken krijgen een online fenotypisch meetinstrument en werken samen aan het verzamelen van data voor een project dat Nederland zal voorbereiden op waardevol toekomstig onderzoek én internationale samenwerking.”
Waar gaat de vragenlijst over?
Achtergrond
Depressie is een veelvoorkomende aandoening in Nederland en wereldwijd. Erfelijkheid speelt een belangrijke rol in het ontwikkelen van een depressie. Tot nu toe heeft de zoektocht naar specifieke genen die betrokken zijn bij depressie weinig succes. Om genen te kunnen vinden die een rol spelen in depressie is onderzoek nodig onder een hele grote groep mensen. Het doel van BIONIC is om dit te bereiken door middel van een samenwerking tussen verschillende wetenschappelijke studies.
Inhoud
Deze korte vragenlijst gaat over stemming en gezondheid. Er worden vragen gesteld over uw stemming op dit moment en in het verleden. Daarbij wordt ook gevraagd naar gerelateerde zaken, zoals nachtrust, activiteiten overdag en mogelijke (gezondheids)klachten en behandeling(en). Voor veel mensen zullen sommige vragen en situaties niet van toepassing zijn. De online vragenlijst slaat vervolgvragen dan automatisch over.
Het doel van deze vragenlijst is om snel en eenvoudig gezondheid en stemming van mensen in kaart te brengen. Omdat het een korte vragenlijst betreft zal het invullen ervan 5 tot 10 minuten in beslag nemen.
Overige vragen
Zoals gebruikelijk worden er ook enkele vragen gesteld over andere onderwerpen, zoals opleidingsniveau, rookgedrag en lichamelijke activiteit. Ook worden er enkele vragen gesteld ter controle (onder andere naam en leeftijd), zodat wij weten dat de juiste persoon de vragenlijst heeft ingevuld.
Hoe gaan we te werk? Wie worden uitgenodigd?
Op dit moment worden alle volwassen deelnemers stapsgewijs uitgenodigd voor het onderzoek. De vragenlijst kan worden ingevuld op uw computer, tablet of smartphone.
De uitnodiging voor deze vragenlijst gaat naar alle volwassen NTR-deelnemers, dus naar meerlingen, hun ouders, broers/zussen en partners. Als niet alleen meerlingen maar ook familieleden meedoen aan ons onderzoek krijgen wij een beter inzicht in hoe verschillen in stemming en gezondheid worden veroorzaakt. Komt dit door genen of door de omgeving? Klik hier om meer te lezen over de redenen waarom we ook familieleden uitnodigen.
Nieuwe leden
Als u gezinsleden heeft die geen vragenlijst hebben ontvangen maar ook graag mee willen doen, dan vragen wij u contact met ons op te nemen. Dat kan per e-mail of via telefoonnummer 020-598 8792. Uw familieleden kunnen zich ook aanmelden via de website.
Privacy en persoonlijke gegevens
Alle antwoorden worden strikt vertrouwelijk behandeld. Uw antwoorden worden voor onbepaalde tijd in gecodeerde vorm bewaard en gebruikt voor het onderzoek. Alleen de datamanager van het NTR heeft toegang tot uw contactgegevens. In de verslaggeving wordt niet herkenbaar over individuele personen gerapporteerd. Soms werken we samen met onderzoekers van andere universiteiten of bedrijven in Nederland en daarbuiten, waarbij gegevens worden gebruikt in een gemeenschappelijke database. Uw identiteit blijft beschermd en wordt niet aan derden bekend gemaakt. Het is mogelijk dat met de wetenschappelijke kennis die wordt verkregen een diagnose of therapie wordt ontwikkeld. U kunt dan geen recht doen gelden op de inkomsten uit het ontwikkelde product. Voor meer informatie, zie Wat gebeurt er met de verzamelde gegevens?
Veelgestelde vragen: over BIONIC
Door wie wordt dit onderzoek uitgevoerd?
Dit onderzoek wordt uitgevoerd door onderzoekers van Nederlands Tweelingen Register (NTR) en BIONIC (BIObanken Nederland Internet Collectief). BIONIC is een samenwerking tussen verschillende wetenschappelijke studies in Nederland.
Waarom dit onderzoek?
Het doel van BIONIC is inzicht krijgen in biologische processen die samenhangen met gezondheid, stemming en depressie. Ongeveer een op de vijf Nederlanders heeft ooit in het leven last van depressie. Om de gezondheid en gezondheidszorg te verbeteren is het belangrijk om inzicht te hebben in de biologische processen die ten grondslag liggen aan een sombere stemming. Ook voor betrokkenen en hun familieleden is inzicht in de oorzaken van depressie belangrijk. Biologische processen worden in belangrijke mate beïnvloed door erfelijkheid. Met BIONIC willen we genetische varianten in kaart brengen die samenhangen met gezondheid en stemming. Voor dit onderzoek zijn veel deelnemers nodig: we benaderen vele duizenden Nederlanders die eerder aan grootschalig onderzoek hebben meegedaan.
Wat houdt dit onderzoek in?
Het BIONIC-onderzoek bestaat uit het invullen van een korte vragenlijst. Het invullen van de vragenlijst kost 5 tot 10 minuten. De vragenlijst kan worden ingevuld op uw computer, tablet of uw smartphone. Dit kan op een moment dat het u uitkomt. U hoeft hiervoor niet naar het onderzoekscentrum te komen.
Waarom ben ik benaderd?
BIONIC is een samenwerking tussen verschillende wetenschappelijke studies in Nederland, die allemaal hun deelnemers uitnodigen. U hebt eerder deelgenomen aan NTR-onderzoek. Soms is ook lichaamsmateriaal (bijvoorbeeld bloed of wangslijmvlies) afgenomen. U wordt nu gevraagd een korte vragenlijst in te vullen over gezondheid en stemming. Uw antwoorden worden samen met de eerdere gegevens geanalyseerd.
Waarom meedoen?
Met BIONIC willen we genetische varianten in kaart brengen die samenhangen met gezondheid en stemming. Voor dit onderzoek zijn veel deelnemers nodig. We vragen de komende jaren deelnemers van grootschalige onderzoeken in Nederland om de online vragenlijst van BIONIC in te vullen. Met BIONIC verzamelen we bij veel mensen uitgebreide informatie over gezondheid en stemming. Hiermee willen we inzicht krijgen in de biologische processen die ten grondslag liggen aan een sombere stemming. Voor de toekomst hopen we hiermee het welbevinden van mensen te kunnen verbeteren. Het is daarom belangrijk om mee te doen.
Hoe lang duurt het invullen van de vragenlijst?
Het invullen van de vragenlijst duurt 5 tot 10 minuten.
Wat gebeurt er met mijn gegevens?
Alle antwoorden worden strikt vertrouwelijk behandeld. Uw antwoorden worden voor onbepaalde tijd in gecodeerde vorm bewaard en gebruikt voor het onderzoek. Alleen de datamanager van het NTR heeft toegang tot uw contactgegevens. In de verslaggeving wordt niet herkenbaar over individuele personen gerapporteerd. Soms werken we samen met onderzoekers van andere universiteiten of bedrijven in Nederland en daarbuiten, waarbij gegevens worden gebruikt in een gemeenschappelijke database. Uw identiteit blijft beschermd en wordt niet aan derden bekend gemaakt. Het is mogelijk dat met de wetenschappelijke kennis die wordt verkregen een diagnose of therapie wordt ontwikkeld. U kunt dan geen recht doen gelden op de inkomsten uit het ontwikkelde product. Klik hier voor meer informatie.
Ik wil niet meedoen. Wat moet ik doen?
U beslist zelf of u meedoet aan het onderzoek. Deelname is vrijwillig. Als u niet wilt meedoen, vult u de vragenlijst niet in. U hoeft dat niet speciaal aan ons door te geven.
Ik heb geen uitnodiging gekregen maar ik wil graag meedoen met dit onderzoek. Kan dat?
U kunt alleen deelnemen als u een uitnodiging heeft gekregen, anders is deelname helaas niet mogelijk.
Wat zijn mogelijke voor- of nadelen van deelname aan BIONIC?
In de toekomst kan dit onderzoek waardevolle informatie geven voor hulp bij stemmingsproblemen. U heeft zelf geen direct voordeel van deelname aan dit onderzoek. Nadelen van deelname zijn de tijd die nodig is om de vragenlijst in te vullen (5 tot 10 minuten) en eventuele kosten voor een internetverbinding of mobiel dataverkeer.
Waarom is het nodig dat ik mijn voornaam en geboortedatum invul? Jullie weten toch al wie ik ben?
Als er meerdere uitnodigingen naar hetzelfde adres worden gestuurd komt het nog wel eens voor dat de uitnodigingen verwisseld worden. Dan gebruikt bijvoorbeeld broer 1 de login van broer 2 en andersom. Omdat het voor ons erg belangrijk is om te weten dat de lijst door de juiste persoon is ingevuld, vragen we voor de zekerheid altijd een paar gegevens waarmee we dat kunnen controleren.
Waarom heeft een familielid wel een uitnodiging gekregen en ik niet?
Deze vragenlijst wordt gefaseerd verstuurd. Dat wil zeggen: niet alle uitnodigingen worden op hetzelfde moment verstuurd. Het kan dan zijn dat uw familielid eerder een uitnodiging ontvangt dan uzelf. Uiteindelijk kunnen alle volwassen NTR-deelnemers een uitnodiging voor BIONIC verwachten.
Ik ben de partner van een tweeling, waarom krijg ik ook een uitnodiging voor het invullen van een vragenlijst?
Het onderzoeken van de gelijkenis tussen partners is een waardevolle toevoeging. Echtgenoten en partners lijken vaak op elkaar wat betreft gezondheid en leefgewoonten zoals bijvoorbeeld roken en drinken. Wanneer de partners van beide helften van een tweelingpaar meedoen, kunnen we zelfs gelijkenissen tussen de partners van de tweeling bepalen. Mogelijk lijkt ook de partner van de ene helft van een tweelingpaar op de andere helft van de tweeling of zijn/haar partner. Dat zou betekenen dat de keuze voor een partner met bepaalde eigenschappen of leefgewoonten ook voor een deel bepaald wordt door erfelijke invloeden. Partners van tweelingen leveren dus om heel veel redenen een hele belangrijke bijdrage aan ons onderzoek!
Ik ben familie van een tweeling, waarom krijg ik ook een uitnodiging voor het invullen van een vragenlijst?
Alle volwassen familieleden van tweelingen (broers, zussen, ouders en kinderen) kunnen aan het onderzoek meedoen. Als naast de tweelingen ook de andere gezinsleden meedoen aan ons onderzoek is het mogelijk een beter inzicht te krijgen in de oorzaken van verschillen in gedrag, stemming en gezondheid. Heeft dat te maken met opvoeding, met het gezin waarin je opgroeit/woont of met erfelijke aanleg?
Met gegevens van broers en zussen kunnen we nagaan of tweelingen meer op elkaar lijken dan eenlingbroers en -zussen en ook of tweelingen 'anders' zijn dan niet-tweelingen. Hoelang blijft bijvoorbeeld het feit dat tweelingen samen de baarmoeder delen hun stemming beïnvloeden? De beste vergelijkingsgroep wordt natuurlijk gevormd door hun eigen broers en zussen. Broers en zussen van tweelingen leveren dus om veel redenen een hele belangrijke bijdrage aan ons onderzoek!
Met de hulp van de kinderen van tweelingen kunnen we de genetische factoren beter in beeld brengen. Stel dat we vaststellen dat de volwassen kinderen van twee eeneiige tweelingzussen qua stemming net zoveel op hun moeder lijken als op hun tante (de tweelingzus van moeder), dan zijn genetische factoren belangrijk en spelen omgevingsfactoren (bijvoorbeeld opvoeding) een ondergeschikte rol (die kinderen zijn namelijk genetisch evenveel verwant aan hun tante als aan hun moeder!). Maar als de kinderen meer op hun moeder lijken dan op hun tante, dan is opvoeding of gedeelde gezinsomgeving wél een belangrijke factor.
Veelgestelde vragen: online vragenlijst
Inloggen lukt niet. Wat moet ik doen?
Controleer eerst even of u een goede verbinding heeft met het internet.
Uitnodiging per e-mail ontvangen? In de e-mail die u van ons heeft gekregen staat uw persoonlijke link naar de vragenlijst. Als u op deze link klikt, opent de vragenlijst automatisch. Als dit niet het geval is, kunt u de link selecteren met uw muis, op de rechtermuisknop klikken en de link kopiëren. Vervolgens gaat u naar het adresvenster van uw internetbrowser en klikt u weer op de rechtermuisknop. Plak de link in het invoervenster en druk op enter. U komt dan in het welkomscherm van het onderzoek.
Mocht u na het lezen van deze tips nog steeds problemen hebben met de link, dan kunt u contact opnemen met de NTR-onderzoeker via e-mail.
Ik krijg een foutmelding. Wat moet ik doen?
Als u een foutmelding krijgt kunt u contact opnemen met de NTR-onderzoeker via e-mail. Vermeld in uw e-mail uw persoonlijke link en de foutmelding. We proberen het probleem dan zo snel mogelijk voor u op te lossen.
Als ik tussentijds stop met het invullen van de vragenlijst, kan ik het onderzoek dan op een ander moment afmaken?
Ja, u kunt het invullen tussentijds onderbreken. U kunt de vragenlijst afsluiten en op een later tijdstip verder gaan. U kunt de vragenlijst weer bereiken door opnieuw naar uw persoonlijke link te gaan. De vragenlijst begint dan weer op het punt waar u was gebleven.
Kan ik vragen overslaan?
Nee, het is niet mogelijk om vragen over te slaan. Het is voor het onderzoek belangrijk dat u antwoord geeft op alle vragen. Probeert u bij elke vraag het antwoord te kiezen dat het best op u van toepassing is. Vragen die niet op u van toepassing zijn, worden automatisch overgeslagen.
Kan ik terug gaan naar de vorige vraag?
Ja, dat kan met de 'terug' knop. Let op: u kunt zelf geen vragen of pagina’s overslaan.
Ik ben mijn inloggegevens kwijt, wat moet ik doen?
Uw inloggegevens kunnen worden opgezocht. Neem contact op met de NTR-onderzoeker via e-mail.
Ik begrijp een vraag niet. Wat moet ik doen?
Als u een woord of een vraag niet begrijpt kunt u aan iemand uit uw omgeving vragen wat er bedoeld wordt. Het is belangrijk dat u zelf antwoord geeft op de vragen, want we zijn benieuwd naar uw mening. Of neem contact op met de NTR-onderzoeker via e-mail.
Mag iemand mij helpen bij het invullen van de vragenlijst?
Als u een woord of een vraag niet begrijpt kunt u aan iemand uit uw omgeving vragen wat er bedoeld wordt. Het is belangrijk dat u zelf antwoord geeft op de vragen, want we zijn benieuwd naar uw mening. Neem eventueel contact op met de NTR-onderzoeker via e-mail.
Ik weet het antwoord op een vraag niet. Wat moet ik doen?
Probeer het antwoord te kiezen dat het best op u van toepassing is. Er zijn geen goede of foute antwoorden. Soms wordt er gevraagd naar hoeveelheden (bijvoorbeeld aantal kilo). U mag dan een schatting geven.
Sommige vragen lijken op elkaar. Moet ik iedere vraag beantwoorden?
Het is belangrijk dat u op iedere vraag een antwoord geeft, ook als vragen op elkaar lijken. Probeer het antwoord te kiezen dat het best op u van toepassing is.
Overige vragen
Voor een antwoord op overige vragen kunt u contact opnemen met de NTR-onderzoeker via e-mail.