Informatie voor scholieren

Spreekbeurten en profielwerkstukken

Lijkt het je leuk om een spreekbeurt te houden of een profielwerkstuk te schrijven over tweelingen en het Nederlands Tweelingen Register (NTR)? Dan ben je op de goede pagina om meer informatie te vinden! 

Maar misschien is het goed om voor een profielwerkstuk eerst eens uitgebreid op de speciale site profielwerkstuk.nl van de VU en de UvA te kijken.

(Profiel)werkstuk 

Volg deze link om eerst meer te lezen over het online programma voor profielwerkstukken 'Slimme stappen in Eigen Onderzoek' (let op: de link die daar staat naar het interactieve programma klopt niet meer, gebruik deze link

Je vindt Slimme stappen in Eigen Onderzoek via deze link

Tweelingonderzoeker Gonneke Willemsen legt in een filmpje helder uit wat tweelingonderzoek inhoudt

Op de middelbare school is het schrijven van een profielwerkstuk een praktische opdracht die onderdeel is van je schoolexamen. Heb je de link hierboven al bezocht en al nagedacht over wat je gaat onderzoeken of zoek je nog ideeën? Lees dan meer over tweelingonderzoek en hoe je dit zelf kunt uitvoeren.

Hoe kunnen wij je helpen? 

Wij van het Nederlands Tweelingen Register helpen je graag bij je spreekbeurt/profielwerkstuk en proberen zoveel mogelijk van jullie vragen te beantwoorden. Helaas kunnen wij niet bij alles helpen, lees wat wij wel en niet voor jou kunnen doen

Hier vind je nog wat extra artikelen.
Het informatieve boek Tweelingenonderzoek - wat meerlingen vertellen over de mens staat in zijn geheel op onze website. 

Spreekbeurt 

Op de basisschool moet je bijna elk jaar wel een spreekbeurt houden. Wil je een spreekbeurt houden over tweelingen? Hieronder staat handige informatie en links die jou kunnen helpen bij het maken van je spreekbeurt. 

Informatie over twee-eiige en identieke tweelingen

Doel van het NTR is het doen van wetenschappelijk en medisch onderzoek naar geestelijke en lichamelijke gezondheid, zoals persoonlijkheid, groei, ontwikkeling, ziekte en risicofactoren voor bepaalde ziektes. Het is niet zo dat meerlingen verschillen van eenlingen, maar uniek is dat met behulp van twee- en meerlingen nagegaan kan worden in welke mate verschillen tussen personen toegeschreven kunnen worden aan erfelijke factoren en aan omgevingsfactoren.

Een voorbeeld: de ene persoon heeft een hoge bloeddruk en de ander een lage. Zijn die verschillen het gevolg van omgevingsfactoren, zoals zoutgebruik, of zijn ze erfelijk? Meestal zijn beide factoren van belang en gaat het er in het onderzoek om hoe groot de bijdrage van erfelijke factoren is.

Hoe stellen we nu vast of erfelijkheid een rol speelt bij gedrag en ziekte? Om dat te kunnen doen zijn meerlingen nodig, eeneiige en twee-eiige meerlingen (zie voor meer uitleg hieronder). Eeneiige meerlingen zijn als het ware kopieën van elkaar, zij hebben precies hetzelfde erfelijk materiaal. Twee-eiige tweelingen lijken daarentegen genetisch gezien net zoveel op elkaar als gewone broers en zussen, zij hebben gemiddeld de helft van hun erfelijk materiaal gemeenschappelijk. Stel dat roken genetisch bepaald is, dan zullen eeneiige tweelingen vaker allebei roken dan twee-eiige tweelingen. Eeneiige tweelingen hebben immers precies dezelfde erfelijke aanleg. Voor meer informatie over  tweelingonderzoek kunt u het stuk 'Tweelingen, genen, omgeving en gedrag' lezen.

Klik hier om meer over tweelingonderzoek in het boek Tweelingonderzoek - Wat meerlingen vertellen over de mens te lezen, met dank aan VU Uitgeverij.  

Eeneiig én twee-eiig

Gemiddeld worden in West-Europa per 1000 bevallingen 13 à 14 tweelingen geboren. In Nederland is dat iets hoger: 18 à 19 tweelingen per 1000 geboorten. In 2014 werden in Nederland 2668 tweelingen en 42 drie- of vierlingen geboren (Bron: CBS). We beperken ons op deze pagina even tot tweelingen.

Twee-eiige tweelingen 

Van alle tweelingen is circa 65% twee-eiig. Deze tweelingen ontstaan doordat gelijktijdig twee eicellen door twee verschillende zaadcellen bevrucht worden. Daardoor ontwikkelen zich twee kinderen die evenveel op elkaar lijken als 'gewone broers en zussen'. Hun erfelijke aanleg is gemiddeld 50% hetzelfde en ze kunnen zowel een gelijk geslacht hebben als een verschillend geslacht.

Eeneiige tweelingen

Slechts 3 à 4 van de 10 tweelingparen zijn eeneiig. Eeneiige tweelingen ontstaan doordat één bevruchte eicel zich al heel snel na de bevruchting in tweeën splitst. Eeneiige tweelingen hebben dus precies hetzelfde erfelijk materiaal en daarom worden ze ook wel identieke tweelingen genoemd. Het zijn altijd twee meisjes of twee jongens.

Is een tweeling eeneiig of twee-eiig?

Zonder informatie over een- of twee-eiigheid (de zogeheten zygositeit) kan niets gezegd worden over de invloed van erfelijkheid en omgeving op eigenschappen die bestudeerd worden. Wanneer het om grote aantallen tweelingen gaat, wordt in eerste instantie geprobeerd via vragenlijsten een antwoord te krijgen op de vraag of de tweelingen eeneiig of twee-eiig zijn. Daarbij spelen vragen naar overeenkomsten in uiterlijke kenmerken een belangrijke rol. Als een tweeling bestaat uit een jongen en een meisje, dan is het een twee-eiige tweeling. Zijn de kinderen van hetzelfde geslacht, dan zijn beide opties mogelijk. Wanneer ze echter zoveel op elkaar lijken voor wat betreft uiterlijke kenmerken (zoals oogkleur, haarkleur, huidskleur en natuurlijk het hele gezicht) dat ze als kleuter en ook later nog vaak door buitenstaanders verward worden, dan is dat een sterke aanwijzing voor eeneiigheid (bij baby's is dat vaak nog moeilijk te zien). Om er zeker van te zijn om welk type tweeling het gaat, is nauwkeurig bloedgroepen- of DNA-onderzoek nodig.

Bloedgroepenonderzoek biedt meer zekerheid: zodra er tenminste één verschil wordt gevonden in de bloedgroepen van een tweeling is het zeker dat de tweeling twee-eiig is. Als er géén verschil wordt gevonden dan is de tweeling waarschijnlijk eeneiig, maar 100% zeker is dit niet. Het zou immers kunnen dat indien er nog meer bepalingen worden gedaan er alsnog een verschil wordt gevonden. DNA-onderzoek is de meest betrouwbare methode om zygositeit vast te stellen. Dit onderzoek is gebaseerd op het voorkomen van stukjes DNA die steeds uit dezelfde basevolgorde bestaan en specifieke patronen vormen. Eeneiige tweelingen vertonen precies hetzelfde patroon en twee-eiige tweelingen een van elkaar verschillend patroon.